Inspecteur mag ANPR-foto’s niet gebruiken

Luc ten BokumAlgemeen, Loonbelasting

De Hoge Raad heeft op 24 december 2017 (nr. 15/05826, ECLI:NL:HR:2017:288) geoordeeld dat de inspecteur voor de controle van rittenregistraties in het kader van privégebruik van een auto van de zaak, geen gebruik mag maken van met ANPR-camera’s vastgelegde beelden. Het privéleven van de betrokkenen wordt geraakt en hiervoor ontbreekt een voldoende precieze wettelijke grondslag.

 

Commentaar

Indien met een ter beschikking gestelde auto in een kalenderjaar voor niet meer dan 500 kilometer privé is gereden, blijft een bijtelling achterwege. Vaak is het beste bewijsmiddel hiervoor de rittenregistratie. Vóór het onderhavige arrest was het voor de Belastingdienst mogelijk om voor de controle van de rittenregistraties gebruik te maken van met ANPR-camera’s vastgelegde beelden. Indien de beelden niet strookten met de overgelegde rittenregistraties, accepteerde de Belastingdienst deze rittenregistraties niet. Dit leidde tot naheffingsaanslagen. Met komst van het onderhavige arrest mogen de beelden van de ANPR-camera’s vanaf 24 februari 2017 niet meer gebruikt worden door de Belastingdienst. Dit leidt ertoe dat het voor de Belastingdienst lastiger wordt om de juistheid van de rittenregistraties te controleren.

Het arrest heeft tevens gevolgen voor reeds opgelegde naheffingsaanslagen op ANPR-camera-basis die nog niet onherroepelijk vaststaan. Dat zijn dus alle zaken waarin de bezwaar- en/of beroepstermijnen nog openstaan. Het is raadzaam om tegen die naheffingsaanslagen in bezwaar of beroep te gaan. Voor naheffingsaanslagen die op 24 februari 2017 onherroepelijk vaststaan heeft het arrest overigens geen gevolgen.