VAR definitief exit per 1 mei: wat nu?

Luc ten BokumAlgemeen, Inkomstenbelasting, Internationaal, Loonbelasting

Na veel getouwtrek is ook de Eerste Kamer akkoord gegaan met de afschaffing van de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) per 1 mei 2016. Opdrachtgevers en opdrachtnemers hebben tot 1 mei 2017 de tijd om modelovereenkomsten te maken die de Belastingdienst goedkeurt of om maatregelen te treffen waaruit blijkt dat de arbeidsrelatie geen dienstbetrekking is. Nietsdoen is in ieder geval
geen optie, want de Belastingdienst kan naheffen met terugwerkende kracht tot 1 mei 2016, als u niets heeft ondernomen en er blijkt achteraf sprake te zijn van een dienstbetrekking. De Belastingdienst heeft een handreiking gemaakt waarin de kaders staan die zij gebruikt om voorgelegde overeenkomsten te beoordelen. Aan de hand van de volgende 4 vragen wordt bepaald of de opdrachtgever loonheffingen moet inhouden of niet.

1. Is er sprake van een gezagsverhouding tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer?
2. Bestaat er een plicht voor de opdrachtnemer om de arbeid persoonlijk te verrichten?
3. Is er sprake van loonbetaling en een loondoorbetalingsplicht?
4. Wordt de arbeidsrelatie volgens de wet aangemerkt als een ‘echte’ dienstbetrekking dan wel als een ‘fictieve’ dienstbetrekking?

Heeft u de vragen 1 tot met 3 of in ieder geval vraag 4 beantwoord met ‘ja’, dan is er volgens de Belastingdienst sprake van een arbeidsovereenkomst. Dit heeft tot gevolg dat de opdrachtgever dan als werkgever loonheffingen moet inhouden en betalen. De Belastingdienst lijkt echter deze handreiking niet voor u als opdrachtgever en zzp’er te hebben gemaakt, want waarschijnlijk zijn deze
vragen niet zo eenvoudig door u te beantwoorden. Er wordt veel verwezen naar wetgeving en rechtspraak. Daarom zult u toch een adviseur moeten inschakelen.